Samen met Janny van der Heijden vaart André van Duin in een nieuw seizoen van ‘Denkend aan Holland’ langs de mooiste waterwegen. Onderweg ontdekken ze verborgen parels, bijzondere verhalen en warme ontmoetingen.
“Het zijn eigenlijk allemaal open deuren: we bezoeken plekken die iedereen wel kent. De bollenvelden bijvoorbeeld, en toch is het leuk om er weer eens te komen. Als ik moet kiezen, dan vond ik de hunebedden toch het speciaalst. Janny en ik hadden allebei nog nooit een hunebed gezien. Het is niet meer dan een stapel stenen, waarvan niemand precies weet hoe die er gekomen is, en toch is het bijzonder. Het gaat om het verhaal erachter.”
“Ja, vooral als ze van mensen uit de buurt komen, dat is het allerleukste. Zoals een vrouw die tapijten maakt door figuren van zand op de grond te strooien. Zoiets had ik nog nooit gezien. Van die volkse, oude gewoontes waarvan er in Nederland heel veel zijn.”
“We maken gewoon een televisieprogramma, dus het maakt niet zoveel uit waar we naartoe gaan. Als het maar gezellig is! En afwisselend. Dat is het, want we gaan naar steden en de natuur in. Bootje op, bootje af, naar een boerderij waar we een varken toespreken… Ik ben een stadsmens, maar ik vind het ook heerlijk op het platteland. Als het maar niet te uitgestorven is, dat vind ik helemaal niks. We zijn in allerlei dorpen geweest met leuke aanlegplekken en een hoop gezelligheid. Het voordeel is dat we in de zomer varen: dan is er van alles te beleven. Onderweg ook. Mensen zitten aan de kant, zijn aan het zwemmen of kanoën een stukje mee. ’s Zomers kom je overal mensen tegen, en dat is precies wat ik leuk vind.”
“Ja, al heel lang. Ik heb zelf ook bootjes gehad, een beetje varen over de Amsterdamse grachten. Wat ik in Denkend aan Holland doe is natuurlijk niet zo spannend. Geen storm en golven, gewoon een beetje sturen. Dat kan iedereen.”
Tekst: Deborah Ligtenberg