Voor ‘Hila voorbij de taliban’ reisde Hila Noorzai voor het eerst terug naar haar geboorteland Afghanistan, om de vrouwen daar te portretteren. ‘Het enige verschil tussen die vrouwen en mij is geluk.’
Hila Noorzai werd in 1992 geboren in de Afghaanse hoofdstad Kaboel. Een half jaar later ontvluchtten haar ouders met hun drie kinderen het door oorlog geteisterde land. Pas 33 jaar later keerde Noorzai voor het eerst terug naar haar geboorteland. Ze maakte er de driedelige documentaireserie Hila voorbij de taliban. “In films is zo’n terugkomst altijd een bijzonder moment. Het vliegtuig landt, de hoofdpersoon loopt de trap af, ziet het bergachtige landschap en voelt de warme lucht op haar huid. En denkt: ik ben thuisgekomen. Nou… dat gevoel had ik niet. Ik was meer heel nieuwsgierig en benieuwd.”
“Na een paar dagen vielen er bepaalde puzzelstukjes op hun plek, ja. Vanuit huis ken ik de Afghaanse cultuur, de taal, het eten en de geuren. Op een gegeven moment kwam er een ‘O ja, ik ken dit’-moment. Ik voelde me op mijn plek, kon makkelijk contact maken met de mensen. Afghanen zijn een bijzonder volk: ze hebben de afgelopen veertig jaar alleen maar oorlog meegemaakt, maar de meesten zijn niet verbitterd. Ze zijn nog steeds heel erg open, willen graag praten. Je wordt altijd uitgenodigd voor thee. En als je er dan bent, moet je ook blijven eten. Het is onbeleefd om dat af te slaan. Ik moest dat wel aan mijn Nederlandse crew uitleggen: ‘Sorry jongens, ik weet dat jullie door willen, maar we moeten nu echt blijven’.”
“Er was tot nu toe nooit een moment dat het veilig genoeg was om te gaan. En ik moet zeggen dat ik daar tot mijn 25e ook niet de aandrang toe had. De afgelopen jaren merk ik dat ik me steeds meer verbonden voel met het land en de cultuur, een soort hernieuwde kennismaking. Dat komt misschien doordat ik ouder word, dat ik dichter bij mezelf kom. Dat gevoel is organisch gegroeid tot deze serie.”
“Als de media het over Afghanistan hebben, gaat het vaak over de terreur van de taliban, over mannen met baarden en wapens. En over hoe Afghaanse vrouwen niets mogen, zich moeten verstoppen achter een boerka. Dat is het algemene beeld. In Hila voorbij de taliban wilde ik niet over, maar mét die vrouwen praten. Om kijkers te laten zien dat hoewel er heel veel niet mogelijk is, deze vrouwen heel veel wél mogelijk maken. Ik noem het veerkracht, want dat is wat ze hebben. Ze kunnen ook niet anders: ze moeten hun leven leiden, anders hebben ze niets meer.”
Tekst: Jeroen Keijzer