TrosKompas

INTERVIEW

René Froger: 'André Hazes was een natuurtalent'

Karsu en René Froger zoeken in 'Bloed, zweet en tranen' naar de oorsprong van de nummers van André Hazes. René Froger: ‘Het gaat om de muziek, dat randgebeuren leidt alleen maar af.’

Wat kunnen we verwachten?

“Bloed, zweet en tranen is een drieluik over de muziek van André Hazes en hoe die tot stand gekomen is. We zijn naar bijzondere plekken geweest, zoals de kroeg in de garage van zijn voormalige huis in Vinkeveen. Daar schreef hij in een hoek zijn nummers. Daarnaast spraken we met mensen uit Andrés directe omgeving die vertelden hoe hij dacht, hoe hij was en hoe sommige liedjes tot stand zijn gekomen. Ik had bijvoorbeeld een fijn gesprek met Joop Kruis – een van zijn beste vrienden – en met de zoon van zijn platenproducer Tim Griek. Karsu en ik hebben ook urenlang gepraat met artiesten van nu, zoals Marco Schuitmaker en Yves Berendse. Waar ik vooral blij mee ben, is dat het uitsluitend gaat om de nalatenschap van André Hazes: zijn liedjes.”

Waarom richten jullie je puur op zijn werk?

“Ik ben natuurlijk zelf ook muzikant; gewoon mooie muziek maken is het belangrijkste in mijn leven. Dat randgebeuren leidt alleen maar af, daarom hebben we de focus puur op zijn muziek gelegd. Al heeft hij natuurlijk ook autobiografische teksten geschreven.”

Is het nummer ‘Bloed, zweet en tranen’ voor jou extra speciaal?

“Ik zong het in de Arena tijdens Andrés begrafenis. Of ik zenuwachtig was? Hazes was berucht zenuwachtig voor concerten. Gelukkig heb ik dat niet en kan ik genieten van elk optreden, al worstelde ik toen in de Arena wel met mijn emoties. Een beetje verdriet kan helpen om vanuit je hart te zingen, maar je moet ook kunnen blijven nadenken. Op dat moment vond ik dat heel, heel lastig.”

Wat is de grote kracht van de nummers van Hazes?

“Dat Jan en alleman ze begrijpt en kan meezingen. Ze zijn in gewone taal geschreven en verschrikkelijk herkenbaar. Daar komt zijn waanzinnige stem bij. André heeft nooit echt scholing gehad, hij was een ongelooflijk natuurtalent.”

Wat was er zo fijn aan zijn stem?

“Een stem moet je raken en dat is wat er bij André altijd gebeurde. Ik ken duizenden mensen die ongelooflijk goed kunnen zingen, maar hun nummers raken me niet. Bij André was dat wel zo. Hij wist de emotie op precies de juiste plek te brengen. Laat ik het zo zeggen: alles wat hij zong, geloofde je. Hij bracht het zo overtuigend. Dat werkte wel samen met zijn teksten: het telefoonboek had hij niet geloofwaardig kunnen zingen; het moest wél ergens over gaan.”

Jij kende André Hazes goed?

“Ik kende hem al heel erg lang. Ik heb dicht bij hem gewerkt, gewoond en geleefd. Mijn vader was een goede vriend van hem, ze gingen graag samen vissen. Er zijn maar weinig mensen die weten hoe goed ik André kende. Daar ga ik verder niets over zeggen, dat zien de mensen in Bloed, zweet en tranen.