TrosKompas

slak.jpg

Turbo (2013)

Turbo wil meedoen met de wereldberoemde autorace de Indy 500. Klein probleempje: Turbo is een tuinslak? Maar met doorzettingsvermogen, geloof in eigen kunnen en flink wat geluk lijkt het in 'Turbo' nog te lukken ook.

Een week na elkaar scheurden twee racefilms de bioscoop binnen. De film 'Rush' over de verbeten strijd tussen Formule 1-coureurs Niki Lauda en James Hunt en nu is het de beurt aan 'Turbo', waarin een slak de strijd aangaat met brullende bolides tijdens de Indy 500-race. Roemden we in 'Rush' al de camerabeelden die vanaf de Formule 1-auto's werden gemaakt (waardoor je als kijker middenin de race zit), 'Turbo' gaat nog een stapje verder. Omdat het een animatiefilm is, zijn er geen belemmeringen wat betreft camerawerk. En dus zien we een shot dat hoog in de lucht begint, vervolgens vliegensvlug afdaalt naar een raceparcours en daar soepel tussen de wagens, wielen en het wegdek schiet. Let wel: terwijl een race op topsnelheid aan de gang is. Het is een adrenalineverhogend moment, wat nog wordt versterkt doordat het in 3D gefilmd is. Een knallende opening.

Bliksemsnel
In de langzame en voorzichtige slakkengemeenschap is Turbo (stem van Ryan Reynolds) een uitzondering. Hij wil racer worden! Maar met zijn fysieke beperkingen lijkt dit een droom te blijven, tot opluchting van Turbo's behoudende broer Chet. Maar dan zorgt een bizar ongeluk ervoor dat Turbo opeens wél bliksemsnel wordt. De Mexicaanse tacoverkoper Tito (Michael Peña) neemt hem onder zijn hoede en schrijft Turbo in voor de Indy 500 racewedstrijd. Als team heeft hij een stel opgepimpte slakken onder leiding van Whiplash (Samuel L. Jackson), dat niet zo snel is als Turbo, maar wel rap van tong. Gaat het Turbo lukken zijn droom uit te laten komen?

Iets te makkelijk

Iedereen houdt van underdogs. Of het nu Forrest Gump is, die ondanks zijn simpelheid alle grote wereldleiders en artiesten ontmoet, of de talloze sportfilms waarin een groep buitenbeentjes langzaam transformeert in een solide team dat de hoofdprijs pakt. Meer underdog dan de premisse van 'Turbo' kun je echter niet krijgen. Een tuinslak die racecoureur wordt? Daar gaan we eens even goed voor zitten, omdat we erg benieuwd zijn hoe ze dat op een plausibele manier willen verkopen. Wat blijkt: hij belandt in de motor van een opgepimpte racewagen, slikt daar benzine in, en voil?, Turbo heeft de gave om heel snel te gaan. Dit vinden we iets te makkelijk. Het is moeilijker meeleven met iemand die zijn gave zo in de schoot geworpen krijgt, dan met iemand die er hard voor moet werken. Wat dat betreft leef je meer mee met Turbo's raceteam. Dit bestaat uit stoere slakken die niet harder kunnen dan het gebruikelijke slakkengangetje. Toch winnen zij een race tegen Turbo, door inventief gebruik van regenpijpen, telefoonpalen en elektriciteitsdraden.

Vooral voor kinderen

Je merkt dat 'Turbo' vooral op kinderen is gericht. De prachtige animaties zijn bont-gekleurd, de meeste grappen zijn van een hoog slapstick niveau en het verhaal wordt simpel en begrijpelijk uit de doeken gedaan. Niks mis mee, al zullen de wat oudere kijkers de stereotypes voorspelbaar vinden (zoals de dikke, tacoverkopende Mexicaan met vet accent). Gelukkig zitten er genoeg grappen in die zowel jong als oud weten te bekoren. Het is leuk om te zien hoe Turbo met vallen en opstaan zijn nieuwe kwaliteiten leert kennen. Hij schrikt zich rot als zijn oogballen opeens veranderen in lichtgevende koplampen, en hij een ingebouwd autoalarm blijkt te hebben. Hoe zet je dat in vredesnaam af?