Hannah (2018)
Na een acteercarrière van ruim een halve eeuw kun je Charlotte Rampling best een veteraan noemen. In de minimalistische film ‘Hannah’ zet ze een geweldige, zeer intense rol neer als een vrouw die alleen achterblijft.
De in Engeland geboren en in Frankrijk geschoolde Charlotte Rampling is door haar tweetaligheid aan beide kanten van Het Kanaal inzetbaar. Dit resulteerde sinds midden jaren zestig in een indrukwekkende lijst van ruim 120 rollen in titels als ‘The damned’ van Visconti, ‘The verdict’ van Lumet, ‘Swimming pool’ van Ozon en zelfs de serie ‘Dexter’. De Italiaanse filmmaker Andrea Pallaoro schreef enkele jaren na het succes van zijn eerste speelfilm ‘Medeas’ het script voor ‘Hannah’ met Rampling in zijn achterhoofd. En de steractrice maakt die verwachtingen meer dan waar; op het festival van Venetië ontving zij voor deze rol de Volpi Cup voor Beste Actrice. Haar rol als ‘Hannah’ is intens maar zeer subtiel. Haast zonder tekst, met vooral haar ken-merkende indringende ogen zet Rampling de innerlijke dilemma’s en het stille verdriet neer van de titelfiguur.
Eenzaam en in nood
‘Hannah’ is een vrouw op leeftijd in Brussel die nog werkt als schoonmaakster en oppas bij een rijke familie. In haar vrije tijd doet ze aan amateurtoneel. Haar leven wordt behoorlijk opgeschud wanneer haar man (André Wilms) de gevangenis in moet. Nergens wordt expli-ciet gemaakt wat hij heeft misdaan, maar kleine aan-wijzingen wijzen wel in een bepaalde richting. Hannah probeert haar normale leven voort te zetten, maar krijgt het vooral zwaar wanneer haar zoon Nicholas (Simon Bisschop) haar zonder omwegen de deur wijst. Het beeld van een aangespoelde potvis op het Belgische strand is te zien als een metafoor voor Hannahs situatie: hulpeloos, eenzaam en in nood. Het scenario kent een wat minder geloofwaardige wending: Hannah vindt in huis een envelop die de politie blijkbaar niet heeft kunnen vinden, op een wel erg voor de hand liggende plek. De film is subliem geacteerd, maar wel traag en minder geschikt voor ongeduldige mensen.
De in Engeland geboren en in Frankrijk geschoolde Charlotte Rampling is door haar tweetaligheid aan beide kanten van Het Kanaal inzetbaar. Dit resulteerde sinds midden jaren zestig in een indrukwekkende lijst van ruim 120 rollen in titels als ‘The damned’ van Visconti, ‘The verdict’ van Lumet, ‘Swimming pool’ van Ozon en zelfs de serie ‘Dexter’. De Italiaanse filmmaker Andrea Pallaoro schreef enkele jaren na het succes van zijn eerste speelfilm ‘Medeas’ het script voor ‘Hannah’ met Rampling in zijn achterhoofd. En de steractrice maakt die verwachtingen meer dan waar; op het festival van Venetië ontving zij voor deze rol de Volpi Cup voor Beste Actrice. Haar rol als ‘Hannah’ is intens maar zeer subtiel. Haast zonder tekst, met vooral haar ken-merkende indringende ogen zet Rampling de innerlijke dilemma’s en het stille verdriet neer van de titelfiguur.
Eenzaam en in nood
‘Hannah’ is een vrouw op leeftijd in Brussel die nog werkt als schoonmaakster en oppas bij een rijke familie. In haar vrije tijd doet ze aan amateurtoneel. Haar leven wordt behoorlijk opgeschud wanneer haar man (André Wilms) de gevangenis in moet. Nergens wordt expli-ciet gemaakt wat hij heeft misdaan, maar kleine aan-wijzingen wijzen wel in een bepaalde richting. Hannah probeert haar normale leven voort te zetten, maar krijgt het vooral zwaar wanneer haar zoon Nicholas (Simon Bisschop) haar zonder omwegen de deur wijst. Het beeld van een aangespoelde potvis op het Belgische strand is te zien als een metafoor voor Hannahs situatie: hulpeloos, eenzaam en in nood. Het scenario kent een wat minder geloofwaardige wending: Hannah vindt in huis een envelop die de politie blijkbaar niet heeft kunnen vinden, op een wel erg voor de hand liggende plek. De film is subliem geacteerd, maar wel traag en minder geschikt voor ongeduldige mensen.