TrosKompas

In-Fabric_st_7_jpg_sd-high.jpg

In fabric (2018)

‘In fabric’ draait om een prachtige rode jurk die dood en verderf zaait onder de mensen die het couturestuk kopen. Het is een bizar gegeven en regisseur en scriptschrijver Peter Strickland schiet ook nog eens alle kanten op met het verhaal.

Net als Peter Stricklands vorige films ‘Berberian sound studio’ en ‘The Duke of Burgundy’ ademt ‘In fabric’ een smoezelige, benauwende jarenzeventig­sfeer. Onder begeleiding van duistere synthesizerklanken ontvouwt zich een spookverhaal vol donkere ironie en absurde wendingen. Het lang uitgesponnen deel over Sheila (een uitstekende Marianne Jean-Baptiste) is bijna een sociaal drama. Deze alleenstaande moeder met een treurig liefdesleven koopt de rode jurk om meer succes te hebben tijdens dates.Vervolgens slaat de film een totaal andere richting op: we maken kennis met wasmachinemonteur Reg (Leo Bill). Hij vertelt zo monotoon over zijn geest­dodende werk dat luisteraars in trance raken. Hij krijgt de rode jurk in handen en moet het ding aantrekken tijdens zijn vrijgezellenfeestje, wat hem een haat-liefde­verhouding met het kledingstuk oplevert.

Nachtmerrieachtig
De twisten in het verhaal slaan nergens op, net zomin als de overal opduikende paspoppen, de bankmanagers die medewerkers aan een kruisverhoor onderwerpen en de verkoopsters in een warenhuis, die met hun unheimische rituelen iets weg hebben van een heksenkring. Strickland is niet geïnteresseerd in antwoorden of logica, maar is sterk in het oproepen van een nachtmerrieachtige sfeer, die de schijnbaar willekeurige scènes verbindt. Tussen fascinerend en frustrerend zit een dunne lijn.