The cave (2019)
De aangrijpende documentaire ‘The Cave’ volgt de staf van een ondergronds ziekenhuis in Syrië. Tussen de bombardementen door probeert de manager levens te redden.
Sinds de Syrische burgeroorlog in 2011 losbarstte, als onderdeel van de Arabische Lente, is er een gestage stroom documentaires verschenen over de gruwelen die daar plaatsvinden. ‘#ChicagoGirl’, ‘Peshmerga’, ‘Aleppo’s fall’ en ‘Last men in Aleppo’ zijn enkele van de vele titels die proberen iets van die oorlog met het publiek te delen. Op het afgelopen IDFA eindigden de Syriëdocu’s ‘For Sama’ en ‘The Cave’ in de publiekspoll op de plaatsen 1 en 2. ‘The Cave’ is van filmmaker Feras Fayyad, die twee jaar geleden nog een Oscarnominatie ontving voor zijn eerdere film ‘Last men in Aleppo’, over de witgehelmde vrijwilligers die na elk bombardement slachtoffers onder het puin uit visten en naar een ziekenhuis brachten. Tijdens het maken van die film kwam Fayyad in contact met dr. Amani Ballour, die als kinderarts werkte in een geïmproviseerd ondergronds hospitaal in het zwaar belegerde Oost-Al Ghouta, een buitenwijk van Damascus, waar honderdduizenden inwoners als ratten in de val zaten.
Onmetelijk ontzag
In 2016 werd dr. Amani door de medische staf gekozen tot manager van The Cave, zoals het onderkomen in de keldergangen van een onafgebouwd hospitaal wordt genoemd. Een unieke positie voor een vrouwelijke arts in Syrië, iets wat zelfs door haar eigen patiënten niet altijd wordt aanvaard. Opboksend tegen zulke vrouwenhaat, medicijntekorten, uitvallende elektriciteit en gebrek aan voedsel probeert ze de boel draaiend te houden en haar collega’s en zichzelf steeds op te peppen. Na elk bombardement stromen de gangen immers weer vol nieuwe slachtoffers. Haar collega dr. Salim draait op zijn mobiele telefoon klassieke muziek om patiënten en de staf tot rust te brengen. De film is heftig en onder zware omstandigheden gefilmd. Zelfs bij een gifgasaanval was de camera aanwezig. ‘The Cave’ roept tegelijkertijd gruwel, ontroering, walging en onmetelijk ontzag op.
Sinds de Syrische burgeroorlog in 2011 losbarstte, als onderdeel van de Arabische Lente, is er een gestage stroom documentaires verschenen over de gruwelen die daar plaatsvinden. ‘#ChicagoGirl’, ‘Peshmerga’, ‘Aleppo’s fall’ en ‘Last men in Aleppo’ zijn enkele van de vele titels die proberen iets van die oorlog met het publiek te delen. Op het afgelopen IDFA eindigden de Syriëdocu’s ‘For Sama’ en ‘The Cave’ in de publiekspoll op de plaatsen 1 en 2. ‘The Cave’ is van filmmaker Feras Fayyad, die twee jaar geleden nog een Oscarnominatie ontving voor zijn eerdere film ‘Last men in Aleppo’, over de witgehelmde vrijwilligers die na elk bombardement slachtoffers onder het puin uit visten en naar een ziekenhuis brachten. Tijdens het maken van die film kwam Fayyad in contact met dr. Amani Ballour, die als kinderarts werkte in een geïmproviseerd ondergronds hospitaal in het zwaar belegerde Oost-Al Ghouta, een buitenwijk van Damascus, waar honderdduizenden inwoners als ratten in de val zaten.
Onmetelijk ontzag
In 2016 werd dr. Amani door de medische staf gekozen tot manager van The Cave, zoals het onderkomen in de keldergangen van een onafgebouwd hospitaal wordt genoemd. Een unieke positie voor een vrouwelijke arts in Syrië, iets wat zelfs door haar eigen patiënten niet altijd wordt aanvaard. Opboksend tegen zulke vrouwenhaat, medicijntekorten, uitvallende elektriciteit en gebrek aan voedsel probeert ze de boel draaiend te houden en haar collega’s en zichzelf steeds op te peppen. Na elk bombardement stromen de gangen immers weer vol nieuwe slachtoffers. Haar collega dr. Salim draait op zijn mobiele telefoon klassieke muziek om patiënten en de staf tot rust te brengen. De film is heftig en onder zware omstandigheden gefilmd. Zelfs bij een gifgasaanval was de camera aanwezig. ‘The Cave’ roept tegelijkertijd gruwel, ontroering, walging en onmetelijk ontzag op.