TrosKompas

1_Adam_st_4_jpg_sd-high.jpg

Adam (2020)

3
De Marokkaanse filmmaakster Maryam Touzani debuteert met een ontroerende speelfilm over twee vrouwen die door het lot worden samen­gebracht en uit deze ontmoeting kracht putten.

Hoewel er 400.000 Marokkaanse Nederlanders in ons land wonen, gebeurt het maar zelden dat een Marokkaanse film hier de bioscopen haalt. Gelukkig gebeurt dit wel met Maryam Touzani’s debuut ‘Adam’, dat na de première in Cannes vorig jaar een succesvolle ronde langs de diverse festivals maakte. Het verhaal is gebaseerd op een eigen ervaring van Touzani in het huis van haar ouders in Tanger, maar voor de film verplaatste ze die naar Casablanca. De jonge Samia (Nisrin Erradi, r.) loopt met een grote zak over haar schouder door het oude centrum van de stad, op zoek naar werk. Zodra winkeliers haar zwangere buik zien, wijzen ze haar de deur. Als ze ’s nachts radeloos en dakloos op een stoep neerzakt om te slapen, laat de norse Abla (Lubna Azabal) haar binnen.

Echte gevoelens
De weduwe Abla, zelf moeder van de achtjarige Warda, verdient de kost door broodjes en koekjes te bakken en die vanuit haar raam te verkopen. Aanvankelijk mag Samia één of twee nachten blijven, maar al snel weet ze zich in de bakkerij van Abla verdienstelijk te maken. De vrouwen draaien argwanend om elkaar heen, ieder voor zich worstelend met een turbulent verleden dat nog altijd hun houding bepaalt. Mannen komen in de film amper voor, op de verlegen Slimani (Aziz Hattab) na, die overduidelijk valt voor de stuurse Abla. Regisseur Touzani vertelt een warm en menselijk verhaal zonder al te veel verrassingen, maar met echte gevoelens, indringende close-ups en beelden die door het licht­gebruik aan de schilderijen van Johannes Vermeer doen denken. Daarnaast legt Touzani maar weer eens de voort­durende bekrompenheid en hypocrisie van veel van haar landgenoten bloot. Deze prima film verdient een groot publiek.