TrosKompas

Nowhere-special_st_4_jpg_sd-high_Photo-by-Peter-Mar.jpg

Nowhere special (2020)

Mooie, kleine dramafilm over een glazenwasser die weet dat hij gaat sterven. Voor die tijd wil hij een goed pleeggezin vinden voor zijn vierjarige zoon. Dat valt nog niet mee.

Superheldenfilms met explosies, lichtzwaarden en bijzondere wezens kunnen indruk maken. Maar als een film realistisch en uit het leven gegrepen is, komt hij soms nog meer aan. ‘Nowhere special’ gaat over de 34-jarige John (James Norton, r.o.), een glazenwasser die ongeneeslijk ziek is. Via een bureautje zoekt hij een pleeggezin voor zijn vierjarige zoontje Michael (Daniel Lamont). Dat blijkt nog niet eenvoudig te zijn; elk gezin heeft plussen en minnen. De ene potentiële pleegouder praat al over ‘onze zoon’, de andere wil een knuffel terug en de derde is grof in de mond. De druk op de schouders van John neemt toe, want er is maar weinig tijd. Wie moet hij kiezen om zijn zoon “de dingen te laten doen die hijzelf nooit heeft kunnen doen”?

Fantastisch samenspel
‘Nowhere special’ klopt op allerlei fronten. Het samenspel tussen vader en zoon is absurd goed. De jonge Daniel Lamont heeft niet veel tekst, maar als hij op zijn armen tekent om de tattoos van zijn vader te imi- teren, zijn speelgoedvrachtwagen wast of om een puppy vraagt, lijkt het allemaal echt. Bovendien heeft hij een oog- opslag die boekdelen spreekt. Naar het schijnt heeft James Norton vooraf veel met Daniel gespeeld, maar dan nog is het bijna onvoorstelbaar hoe goed ze elkaar lijken te kennen. Verder krijgt het ventje langzamerhand een beetje door waarom ze al die bezoekjes afleggen. Zeker als hij ontdekt dat een kever ook dood kan gaan. Als kijker zou je zelf de steeds wanhopiger wordende, aftakelende vader willen helpen om het goede adres voor Michael te kiezen.