The island (2022)
Animatiefilms hebben de naam kinderfilms te zijn, maar binnen dit genre bestaan ook veel films die op volwassenen mikken. ‘The island’ is zo’n film: een soort poëtische droomwereld met muziek, wonderlijke beelden en actuele boodschappen. De film begint met Robinson Crusoe die op een klif in een autoband zit. Hij werkt zijn dagboek bij op een tablet. Te midden van veel verdronken vluchtelingen ziet hij ineens nog iemand leven. Robinson tekent een houten balk op zijn tablet, waarmee de drenkeling aan wal kan komen. Die gaat als Vrijdag door het leven. Naast die vluchtelingenproblematiek die later nog verder wordt uitgewerkt, komen ook thema’s als ziekte en vervuiling aan bod. Zo heeft een zeemeermin een staart van emmers en een plastic zak waar een goudvis in zwemt. Die actualiteit maakt het hard, terwijl de muzikale omlijsting een spoken word-sfeertje geeft. De teksten zijn deels gezongen en deels opgezegd in ritmisch en rijmend proza. Dat wordt ondersteund door een filmscore met koortjes en veel violen, die soms meditatief werken. Verder zijn er dromerige beelden van een octopus met een rafelend truitje, een krab met boeien om en een piratenbeen dat uitgroeit tot een boom die vol vogels zit. Gek en verwarrend en soms wat lastig te plaatsen. Toch is het op een of andere manier fascinerend, alsof je naar een bewegend kunstwerk kijkt. Een creatie die je niet helemaal begrijpt, maar evengoed wel boeiend blijft.