L’amour c’est mieux que la vie (2022)
Drie mannen worden vrienden in de gevangenis. Bij hun vrijlating zweren ze voortaan eerlijk door het leven te gaan. Twintig jaar later is één van hen, Gérard (Gérard Darmon) ernstig ziek. Zijn twee maten willen hem nog een laatste romance geven, onder het motto ‘de liefde is beter dan het leven’. Ze huren escortdame Sandrine (Sandrine Bonnaire) in. Gérard blijkt zo’n aardige vent dat Sandrine al snel haar professionalisme laat varen en smoorverliefd op hem wordt. Maar ja, zijn einde nadert... Claude Lelouch maakte zijn eerste film als regisseur in 1961. Ruim zestig jaar en 49 films later (plus nog wat tv-series) is hij in een nostalgische bui. Lelouch laat acteurs opdraven met wie hij de afgelopen decennia mee heeft gewerkt in oudere versies van hun personages van toen, en toont zelfs scènes uit zijn oeuvre (o.a. de beroemde Bolero-scène uit ‘Les uns et les autres’ uit 1981). Het lijntje met ‘L’amour...’ is dun, maar de mooie scènes bezorgen weer kippenvel. Lelouch, inmiddels 84 jaar, laat zien hoe belangrijk liefde is. En dat is eigenlijk het hele verhaal van de film. De plot is dus dun, maar wat ‘L’amour...’ zo genietbaar maakt is het naturelle spel van de hele cast. Lelouch heeft de voornamen van de personages vernoemd naar wie ze spelen, waardoor het nog realistischer overkomt. Alsof er puur een camera is neergezet bij een stel vrienden die een drankje doen, of bij een ontluikende laatste liefde. Het is fijn om je daarin onder te dompelen, geholpen door het zichtbare plezier van de acteurs.