Golda (2023)
Op 6 oktober 1973, op de voor Israël heilige dag Jom Kipoer, lanceerden Egypte, Syrië en Jordanië een verrassingsaanval op diverse delen van Israël. Minister-president Golda Meir (Helen Mirren) moest cruciale beslissingen nemen om te voorkomen dat haar land onder de voet werd gelopen. ‘Golda’ is een oorlogsdrama zonder de oorlog. Tenminste, zonder de beelden daarvan, want de strijd is alleen te horen door middel van radiocontact met het front. En door besprekingen die Meïr met haar militaire staf voert. Wellicht is dit maar beter, want beelden van epische gevechten zouden afleiden van de oorlog die Golda voerde op verschillende fronten. Zoals de oorlog met haar mannelijke kabinetsleden, die het vooral in oorlogstijd beter dachten te weten. En de oorlog met haar lichaam, waarin kanker woekerde. Lichamelijk verzwakt door het kettingroken (ze steekt letterlijk de ene sigaret met de andere aan), kromgebogen en hoestend schuifelt Golda door de film. Haar geestelijke vermogens zijn echter nog geheel intact en vlijmscherp. Helen Mirren transformeert opnieuw volledig tot de persoon die ze speelt. Ze heeft flink wat gezichtsprotheses aangemeten gekregen om het typerende uiterlijk van Golda te verkrijgen, maar die zitten een genuanceerde acteerprestatie totaal niet in de weg. De impact van de Jom Kipoer-oorlog (drieduizend doden aan Israëlische zijde in twee en een halve week) wordt in een klein moment mooi gevangen. De vrouwelijke notulist bij de vergaderingen heeft een zoon aan het front. Als tijdens de bespreking bekend wordt dat zijn unit is weggevaagd, zie je Golda even bewust naar haar kijken. De notuliste kijkt terug, haar ogen vullen zich met tranen. Erg aangrijpend.