Ezra (2024)

Komiek en gescheiden vader Max neemt zijn autistische zoon mee op pad, dwars door Amerika, zonder dat zijn ex-vrouw dat weet. Zij schakelt daarop de politie in.

Autisme krijgt de laatste jaren steeds vaker een gezicht in films. De tijd dat Dustin Hoffman in ‘Rain Man’ een lucifertellende autist neerzette, ligt al ver achter ons. De animatiefilm ‘Mind my mind’ uit 2019 legt helder uit hoe iemand met autisme de wereld beleeft. In ‘Ezra’ ervaart de elfjarige Ezra (William Fitzgerald, r.) vooral beperkingen door zijn autisme: hij wil niet worden aangeraakt, voelt zich snel onveilig en gedraagt zich geregeld onvoorspelbaar. Wanneer hij alweer van school wordt gestuurd en een arts kalmerende medicatie en een speciale school aanbeveelt, gaan zijn gescheiden ouders daarover in gesprek. Ezra’s moeder Jenna (Rose Byrne), bij wie hij woont, ziet dat wel zitten, maar vader Max (Bobby Cannavale), een ambitieuze stand-upcomedian met zijn eigen issues, is daarop tegen.

Roadmovie
Wanneer Max via zijn manager (Whoopi Goldberg in een bijrol) het aanbod krijgt om te komen optreden in de popu- laire tv-show van Jimmy Kimmel, haalt hij Ezra stiekem uit Jenna’s huis en neemt hij hun zoontje mee van New York naar Los Angeles. De reis beslaat de helft van de film en verloopt zoals vaak in roadmovies: er doemen problemen op die met humor, menselijkheid en hulp van vrienden worden overwonnen. Jenna maakt zich intussen grote zorgen en alarmeert Max’ vader Stan (Robert De Niro) en daarna ook de politie. Gaandeweg komen de diverse generaties nader tot elkaar, want zo’n film is het. ‘Ezra’ doet niet al te ingewikkeld en wekt positieve gevoelens op. Het verhaal kijkt lekker weg, maar weet niet erg te verrassen en springt nergens uit de band.