The informers (2008)
De hoofdpersonen in 'The informers' zijn gefortuneerd genoeg om van alles te kunnen kopen: drank, drugs en seks. Maar tot hun frustratie ligt hetgeen waar ze echt naar verlangen buiten het bereik van hun portemonnee: geluk.
Los Angeles, 1983. De rijke tiener Graham (Jon Foster) lijkt alles te hebben wat zijn hartje begeert, maar schijn bedriegt. Zijn vriendin Christie (Amber Heard) gelooft niet in monogamie, dus duikt ze ook met anderen het bed in. En Grahams ouders William en Laura (Billy Bob Thornton en Kim Basinger) hebben een liefdeloos huwelijk, waardoor ze er beiden buitenechtelijke relaties op nahouden. Naast het verhaal van Graham en de zijnen volgen we ook de Britse rocker Bryan Metro (Mel Raido) die zijn manager Roger (Rhys Ifans) heel wat kopzorgen bezorgt met zijn decadente uitspattingen en crimineel Peter (Mickey Rourke), die met een ontvoering snel geld denkt te kunnen verdienen.
Jong, rijk en oppervlakkig
Bret Easton Ellis was eind jaren tachtig, begin jaren negentig een van de meest controversiële schrijvers. Zijn romans 'Less than zero', 'The rules of attraction' en vooral 'American psycho' zouden moreel verval verheerlijken. Ellis' hoofdpersonen zijn steevast jonge, rijke, oppervlakkige mensen, die hun verveling te lijf gaan met excessen en decadentie, waarbij de drugs er met kilo's tegelijk doorheen worden gesnoven, je bijna verdrinkt in de alcohol, en liefdeloze seks en zinloos geweld normaal worden bevonden. Ellis' stijl is in de loop der jaren veel geïmiteerd, waardoor zijn eens vernieuwende schrijfstijl nu niet meer heel bijzonder is. En door zijn favoriete 'tijdszone', begin jaren tachtig, zijn Ellis' rijkelijk late verfilmingen (zo kwam de film 'American psycho' pas in 2000 uit) door de tijd ingehaald. Wat eens schokkend was, is dat nu niet meer, en hierdoor valt eigenlijk alleen nog het hoge kitschgehalte op: brede schoudervullingen, getoupeerd haar en blikkerige synthesizerdeuntjes.
Opvallend plotloos
Het is dus niet meer zo dat de wereld er met ingehouden adem op zit te wachten hoe een nieuwe Brett Easton Ellis-verfilming gaat uitpakken. Maar dat is prettig, want nu kunnen we 'The informers' gewoon bekijken zonder een te hoog verwachtingspatroon. De film is gebaseerd op het gelijknamige boek uit 1994. Dit bestaat uit dertien korte verhalen, die niet of nauwelijks met elkaar te maken hebben, maar wel allemaal over seks, drugs & rock-'n-roll gaan. Voor de filmversie is er één verhaal van gemaakt. Het aparte is echter dat de filmversie van 'The informers', die dus uit dertien verhaallijnen kon putten, opvallend plotloos is. Het is meer 'een week uit het leven van...', en in dit geval de belevenissen van een groep verwende tieners, een decadente rockster en een crimineel in het Los Angeles van 1983. Je valt er plompverloren in, en na anderhalf uur word je er ook weer abrupt uitgehaald.
Mooi verpakte leegte
Klinkt vervelend, maar dat is het niet, want 'The informers' draait meer om sfeer dan verhaal. En dat pakt goed uit, vergelijkbaar met 'Lost in translation', waarin de atmosfeer ook de belangrijkste smaakmaker was. De jaren-tachtigsetting is niet zozeer een gimmick als wel cruciaal voor het verhaal. De typerende kille, kraakheldere aankleding duidt op leegte, en de vele lagen make-up van de personages op maskers. Maar het is fascinerend om naar te kijken, die mooi verpakte leegte, waarin de hoofdpersonen als Barbie- en Kenpoppen op zoek zijn naar een doel in hun bestaan. Regisseur Gregor Jordan zorgt ervoor dat de personages een beetje menselijkheid hebben waardoor je hun daden niet direct goedkeurt, maar wel kan begrijpen. De muziek zorgt voor een heerlijke begeleiding van de beelden, vanaf de openingsstamper 'New gold dream' van de Simple Minds, tot weinig hoogstaande, maar lekkere 'guilty pleasures' als 'Dance hall days' van Wang Chung, 'I ran' van Flock of Seaguls en 'Cars' van Gary Numan.
Grenzen zijn er niet
'The informers' mag dan weinig plot hebben, het heeft wel een thema: de volwassenen stellen voor zichzelf nauwelijks grenzen, waardoor de kinderen helemaal geen grenzen hebben. Neem Tim Price (Lou Taylor Pucci), een vriend van Graham die na een wilde nacht vol chemische geneugten een weekje met zijn vader Les (Chris Isaak) op vakantie gaat. Al snel zie je dat Tim weinig van zijn vader kan verwachten. Les heeft namelijk meer - een begerig - oog voor de meiden op het strand dan voor zijn langzaam ontsporende zoon. Doordat de ouders niet naar hun kroost omkijken, hebben deze een opvoedkundige leegte waardoor ze steeds weer grenzen overgaan. Met hun geld kopen ze drank en drugs om die leegte te vullen, en door betekenisloze seks proberen ze iets te voelen. Zoals de doorgesnoven Graham zegt: "Ik zit maar te wachten op iemand die zegt 'Stop, je gaat te ver!' Maar niemand die dat zegt.' Ironisch genoeg geldt dat ook voor Brad Renfro, die een prima rol neerzet als Jack, de onzekere neef van crimineel Peter. Op 15 januari 2008 stierf hij, 25 jaar jong, aan een overdosis heroïne.
Los Angeles, 1983. De rijke tiener Graham (Jon Foster) lijkt alles te hebben wat zijn hartje begeert, maar schijn bedriegt. Zijn vriendin Christie (Amber Heard) gelooft niet in monogamie, dus duikt ze ook met anderen het bed in. En Grahams ouders William en Laura (Billy Bob Thornton en Kim Basinger) hebben een liefdeloos huwelijk, waardoor ze er beiden buitenechtelijke relaties op nahouden. Naast het verhaal van Graham en de zijnen volgen we ook de Britse rocker Bryan Metro (Mel Raido) die zijn manager Roger (Rhys Ifans) heel wat kopzorgen bezorgt met zijn decadente uitspattingen en crimineel Peter (Mickey Rourke), die met een ontvoering snel geld denkt te kunnen verdienen.
Jong, rijk en oppervlakkig
Bret Easton Ellis was eind jaren tachtig, begin jaren negentig een van de meest controversiële schrijvers. Zijn romans 'Less than zero', 'The rules of attraction' en vooral 'American psycho' zouden moreel verval verheerlijken. Ellis' hoofdpersonen zijn steevast jonge, rijke, oppervlakkige mensen, die hun verveling te lijf gaan met excessen en decadentie, waarbij de drugs er met kilo's tegelijk doorheen worden gesnoven, je bijna verdrinkt in de alcohol, en liefdeloze seks en zinloos geweld normaal worden bevonden. Ellis' stijl is in de loop der jaren veel geïmiteerd, waardoor zijn eens vernieuwende schrijfstijl nu niet meer heel bijzonder is. En door zijn favoriete 'tijdszone', begin jaren tachtig, zijn Ellis' rijkelijk late verfilmingen (zo kwam de film 'American psycho' pas in 2000 uit) door de tijd ingehaald. Wat eens schokkend was, is dat nu niet meer, en hierdoor valt eigenlijk alleen nog het hoge kitschgehalte op: brede schoudervullingen, getoupeerd haar en blikkerige synthesizerdeuntjes.
Opvallend plotloos
Het is dus niet meer zo dat de wereld er met ingehouden adem op zit te wachten hoe een nieuwe Brett Easton Ellis-verfilming gaat uitpakken. Maar dat is prettig, want nu kunnen we 'The informers' gewoon bekijken zonder een te hoog verwachtingspatroon. De film is gebaseerd op het gelijknamige boek uit 1994. Dit bestaat uit dertien korte verhalen, die niet of nauwelijks met elkaar te maken hebben, maar wel allemaal over seks, drugs & rock-'n-roll gaan. Voor de filmversie is er één verhaal van gemaakt. Het aparte is echter dat de filmversie van 'The informers', die dus uit dertien verhaallijnen kon putten, opvallend plotloos is. Het is meer 'een week uit het leven van...', en in dit geval de belevenissen van een groep verwende tieners, een decadente rockster en een crimineel in het Los Angeles van 1983. Je valt er plompverloren in, en na anderhalf uur word je er ook weer abrupt uitgehaald.
Mooi verpakte leegte
Klinkt vervelend, maar dat is het niet, want 'The informers' draait meer om sfeer dan verhaal. En dat pakt goed uit, vergelijkbaar met 'Lost in translation', waarin de atmosfeer ook de belangrijkste smaakmaker was. De jaren-tachtigsetting is niet zozeer een gimmick als wel cruciaal voor het verhaal. De typerende kille, kraakheldere aankleding duidt op leegte, en de vele lagen make-up van de personages op maskers. Maar het is fascinerend om naar te kijken, die mooi verpakte leegte, waarin de hoofdpersonen als Barbie- en Kenpoppen op zoek zijn naar een doel in hun bestaan. Regisseur Gregor Jordan zorgt ervoor dat de personages een beetje menselijkheid hebben waardoor je hun daden niet direct goedkeurt, maar wel kan begrijpen. De muziek zorgt voor een heerlijke begeleiding van de beelden, vanaf de openingsstamper 'New gold dream' van de Simple Minds, tot weinig hoogstaande, maar lekkere 'guilty pleasures' als 'Dance hall days' van Wang Chung, 'I ran' van Flock of Seaguls en 'Cars' van Gary Numan.
Grenzen zijn er niet
'The informers' mag dan weinig plot hebben, het heeft wel een thema: de volwassenen stellen voor zichzelf nauwelijks grenzen, waardoor de kinderen helemaal geen grenzen hebben. Neem Tim Price (Lou Taylor Pucci), een vriend van Graham die na een wilde nacht vol chemische geneugten een weekje met zijn vader Les (Chris Isaak) op vakantie gaat. Al snel zie je dat Tim weinig van zijn vader kan verwachten. Les heeft namelijk meer - een begerig - oog voor de meiden op het strand dan voor zijn langzaam ontsporende zoon. Doordat de ouders niet naar hun kroost omkijken, hebben deze een opvoedkundige leegte waardoor ze steeds weer grenzen overgaan. Met hun geld kopen ze drank en drugs om die leegte te vullen, en door betekenisloze seks proberen ze iets te voelen. Zoals de doorgesnoven Graham zegt: "Ik zit maar te wachten op iemand die zegt 'Stop, je gaat te ver!' Maar niemand die dat zegt.' Ironisch genoeg geldt dat ook voor Brad Renfro, die een prima rol neerzet als Jack, de onzekere neef van crimineel Peter. Op 15 januari 2008 stierf hij, 25 jaar jong, aan een overdosis heroïne.