Balzac et la petite tailleuse chinoise (2002)
Oscarnominatie voor Beste Buitenlandse Film voor deze verfilming van het autobiografische boek van regisseur Sijie Dai. Hij is een van de twee jongens die in een afgelegen bergstreek - fraaie plaatjes! - de maoïstische leer onderwezen krijgen door op het land en in een kopermijn te werken. Meteen aan het begin van de film wordt een kookboek van een van de jongens in het vuur gegooid. Arbeiders van Mao mogen alleen kool en graan eten. De twee jongens vinden verboden westerse literatuur van Dumas, Flaubert en - natuurlijk - Balzac. Ze smullen ervan en lezen het voor aan de knappe naaister (Xun Zhou) die lezen en schrijven van hen leert. De emoties van de film komen niet overtuigend over en het blijft bijvoorbeeld onduidelijk hoeveel literatuur nu betekent voor de drie jongelingen. Na lange onderhandelingen mocht er gefilmd worden in China, maar de film zelf werd niet toegelaten in de Chinese bioscopen.