William Tell
Het historische actie-drama ‘William Tell’ is gebaseerd op het verhaal over de veertiende-eeuwse Zwitserse boogschutter Tell. Hier leidt hij de vreedzame Zwitsers in een opstand tegen de overheersende Oostenrijkse koning.
De legende van boogschutter Wilhelm Tell die een appel van zijn zoons hoofd moet schieten is vrij bekend. De Duitse schrijver Friedrich Schiller wijdde er in 1804 een toneelstuk aan en 25 jaar daarna schreef Rossini de gelijknamige opera. Tell was volgens de legende begin veertiende eeuw betrokken bij de opstand tegen de overheersende Habsburgers. De Britse filmmaker Nick Hamm, van o.a. de films ‘Godsend’ en ‘Driven’, nam Schillers verhaal als uitgangspunt voor dit spektakelstuk, waarin gevechten met kruisbogen een voorname rol spelen. Wilhelm Tell (Claes Bang, bekend van ‘The square’ en ‘The Northman’) speelt hier een oud-kruisvaarder, die zijn vrouw Suna (Golshifteh Farahani) meenam uit Jeruzalem en nu vredig wil leven in een Zwitserse vallei.
De appelscène
De wrede Gessler (Connor Swindells) is in opdracht van de Habsburgse koning Albert (Ben Kingsley) op zoek naar een vluchteling en een ieder die hem helpt. Het duurt niet lang tot Tell, die wel opvallend goed met zijn boog kan omgaan, wordt verdacht van hulp aan de gezochte man. Bij een confrontatie tussen Gessler en Tell kan de appelscène dan ook niet ontbreken. De charismatische Tell weet almaar meer mensen aan zijn zijde te krijgen om te strijden tegen het onmenselijke gezag van de koning. Hierin lijkt ‘William Tell’ behoorlijk op de film ‘Braveheart’, die precies dertig jaar geleden een vergelijkbaar verhaal vertelde over de Schotse vrijheidsstrijder William Wallace (Mel Gibson), die het in de dertiende eeuw opnam tegen de Engelsen. ‘Braveheart’ wint de vergelijking met gemak. ‘William Tell’ is onderhoudend maar blijft steken in halfslachtig kopieergedrag.