De eenzaamheid van de priemgetallen (2010)
De verfilming van de Italiaanse bestseller 'De eenzaamheid van de priemgetallen' toont wat de titel belooft: twee eenzame zielsverwanten worstelen met een trauma uit hun jeugd en met zichzelf.
De jonge Alice wordt tegen haar zin meegenomen om te gaan skiën en krijgt een ongeluk waarbij ze een handicap aan haar been oploopt. Later op school wordt ze daarmee gepest, maar uiteindelijk is het haar klasgenote Viola (Aurora Ruffino) die zich over Alice ontfermt en haar voor een feestje uitnodigt. Op dat feestje maakt Alice nader kennis met Mattia. Die jongen had als kind een tweelingzusje, maar dat meisje is op een dag spoorloos verdwenen en Mattia voelt zich daar schuldig over. In zijn schooltijd ontwikkelt hij daardoor probleemgedrag, waar zijn moeder (Isabella Rossellini) bezorgd over is. Toch doet hij het heel goed op school en mag hij na zijn examen met een beurs in Duitsland studeren. Als Mattia (Luca Marinelli) na jaren afwezigheid terugkeert naar Italië komt hij weer in contact met Alice (Alba Rohrwacher).
Moeite met contact
Zo recht voor z'n raap als in bovenstaande synopsis voltrekt het verhaal zich niet in de film. De vier tijdvakken, te weten de vroege jeugd, de schooltijd, de volwassenheid en de periode zeven jaar later, zijn als puzzelstukjes door elkaar gehusseld en op uitdagende wijze gemonteerd. Het kost in het begin dan ook enige moeite te ontwarren wie precies wie is en in welke periode het zich afspeelt. Wel wordt helder dat beide hoofdpersonages, Mattia en Alice, na een trauma in hun jeugd moeite hebben met het leggen van contacten. In elkaar herkennen ze iets van hun pijn en verdriet. Schrijver Paolo Giordano, zelf physicus, verkocht alleen al in Italië een miljoen exemplaren van dit boek. Hij vergelijkt daarin de eenzaamheid van de mens met die van priemgetallen, die immers per definitie nooit naast elkaar staan.
De jonge Alice wordt tegen haar zin meegenomen om te gaan skiën en krijgt een ongeluk waarbij ze een handicap aan haar been oploopt. Later op school wordt ze daarmee gepest, maar uiteindelijk is het haar klasgenote Viola (Aurora Ruffino) die zich over Alice ontfermt en haar voor een feestje uitnodigt. Op dat feestje maakt Alice nader kennis met Mattia. Die jongen had als kind een tweelingzusje, maar dat meisje is op een dag spoorloos verdwenen en Mattia voelt zich daar schuldig over. In zijn schooltijd ontwikkelt hij daardoor probleemgedrag, waar zijn moeder (Isabella Rossellini) bezorgd over is. Toch doet hij het heel goed op school en mag hij na zijn examen met een beurs in Duitsland studeren. Als Mattia (Luca Marinelli) na jaren afwezigheid terugkeert naar Italië komt hij weer in contact met Alice (Alba Rohrwacher).
Moeite met contact
Zo recht voor z'n raap als in bovenstaande synopsis voltrekt het verhaal zich niet in de film. De vier tijdvakken, te weten de vroege jeugd, de schooltijd, de volwassenheid en de periode zeven jaar later, zijn als puzzelstukjes door elkaar gehusseld en op uitdagende wijze gemonteerd. Het kost in het begin dan ook enige moeite te ontwarren wie precies wie is en in welke periode het zich afspeelt. Wel wordt helder dat beide hoofdpersonages, Mattia en Alice, na een trauma in hun jeugd moeite hebben met het leggen van contacten. In elkaar herkennen ze iets van hun pijn en verdriet. Schrijver Paolo Giordano, zelf physicus, verkocht alleen al in Italië een miljoen exemplaren van dit boek. Hij vergelijkt daarin de eenzaamheid van de mens met die van priemgetallen, die immers per definitie nooit naast elkaar staan.