TrosKompas

Tijdmachine | GT Rovers

Robbedoes en Kwabbernoot

Diverse generaties groeiden op met de Belgische avonturenstrip ‘Robbedoes en Kwabbernoot’. De Franse striptekenaar Robert Velter (Rob-Vel) bedacht in 1937 het personage Robbedoes en voorzag hem van een metgezel, de grappige eekhoorn Spip.

Robbedoes werkte in het begin van de stripreeks als piccolo en droeg een rood kostuum met goudkleurige knopen en een kenmerkend hoedje. Hij was een verstokte vrijgezel, serieus en inventief. In 1943 verkocht Velter de rechten aan zijn uitgever Dupuis, waarna de Belgische striptekenaar Joseph Gillain (Jijé) het tekenwerk overnam. Gillain bedacht samen met scenarist Jean Doisy een sidekick voor Robbedoes, de onhandige, opvliegende reporter Piet Kwabbernoot. Inmiddels was Robbedoes ook een reporter en samen namen ze het op tegen verschillende misdadigers onder wie de boosaardige piraat John Helena.

Guust Flater

Gillain droeg in 1947 de serie over aan zijn protegé André Franquin. Die bracht de stripreeks naar grote hoogte door de introductie van nieuwe personages, onder wie de achterbakse neef Wiebeling, Guust Flater, journaliste IJzerlijm, wetenschapper Zwendel en een belangrijk nevenpersonages uit de reeks, graaf Van Rommelgem. In 1952 dook de Marsupilami op in de strip, een vreemd langstaartig diertje met een gele vacht met zwarte vlekken. Robbedoes en Kwabbernoot waren lang avonturiers zonder vast adres. In ‘Er is een tovenaar in Rommelgem’ (1951) veranderde dat door de introductie van het fictieve dorpje Rommelgem en het gelijknamige kasteel waar veel van de vervolgverhalen zich geheel of deels zouden afspeelden. Na bijna 21 jaar stopte Franquin in 1967, waarna hij zich op Guust Flater stortte, de strip die zich afspeelde op de redactie van het stripblad… Robbedoes. Zijn opvolger Jean-Claude Fournier introduceerde nieuwe personages, onder wie de internationale bende De Driehoek. Fournier vertrok in 1980, waarna ook de door hem bedachte personages verdwenen. In de jaren die volgden mochten diverse scenaristen en tekenaars een eigen interpretatie uitwerken van Robbedoes en Kwabbernoot, maar niemand kon het grote succes van André Franquin meer evenaren.

 

Beeld © ANP