TrosKompas

Dierenarts Hans

Wilde zwijnen op de Veluwe

Wilde zwijnen, familie van de varkens, zijn dieren die van oudsher al in ons land voorkomen. U vindt ze op de Veluwe en in Limburg.

In 1826 stierven de wilde zwijnen in ons land uit doordat er te veel op ze werd gejaagd. In 1907 werden ze opnieuw uitgezet in kroondomein Het Loo. Nu leven ze, gecontroleerd, op twee plekken in ons land: de Veluwe en Nationaal Park De Meinweg in Limburg. In het wild leven ze van wat de natuur hen te bieden heeft. Wilde varkens zijn echte alleseters: paddenstoelen, beukennoten, eikels, muizen, wormen, kadavers... Ze zijn erg slim en hebben een goede neus en uitstekende oren. Ze leven het liefst in groepen, maar de mannetjes, de beren, leven wel apart.

Langs de wegen
Als wilde zwijnen in de winter veel eikels eten verzuurt hun maag. Slim als ze zijn, zoeken ze naar emelten, de larven van een langpootmug, die zich schuil houden in holletjes in de grond. Zo’n emelt zit vol met eiwit dat als medicijn dient tegen de maagverzuring. Die larven gedijen goed in zoutige grond en dat is dan ook de reden dat veel zwijnen in de winter vaak langs de wegen bij het bos te vinden zijn; de bermen worden namelijk zout door het vele pekel dat bij vorst wordt gestrooid.

Verwoesting
Bij mij op de Veluwe verwoesten ze zo niet alleen bermen, maar ook mijn gazon. Dat komt doordat emelten graag de wortels van het gras eten. Eigenlijk zou ik blij moeten zijn dat die zwijnen deze larven opruimen, maar de verwoesting die ze daarbij achterlaten is echt enorm!

 

VOORZICHTIG!

Wilde zwijnen kunnen enigszins tam worden, maar ze blijven een risico. Vooral als ze jongen hebben kunnen ze plotseling uithalen. Een beet of een scheurwond van een zwijn geneest slecht en er is kans op nare infecties. Voorzichtigheid is dus geboden als u ze ziet.

GettyImages-842743626

Beeld: © Getty Images