De specht

U kent vast Woody Woodpecker uit de tekenfilms. In Nederland hebben we meerdere soorten spechten: de grote bonte, de kleine bonte, de zwarte en de groene.

Vaak horen we in de bossen in de verte het zo kenmerkende geroffel van spechten op de bomen. Het dier hamert met zijn keiharde snavel zo’n 500 keer per minuut op de bast of het hout van de boom. Sommige insecten komen door de trillingen van het gehamer al snel uit hun schuilplaats onder de bast en worden dan opgegeten. Soms moet hij eerst het stuk bast van de boom los hameren om de buit eronder te kunnen bemachtigen. Als de specht heel moedig is, waagt hij zich ook aan een mierenhoop en eet de mieren op.

Noeste klusser
Dat hak-talent komt handig uit bij het bouwen van nesten! Het mannetje is een soort bouwvakker die bij voorkeur het nest van vorig jaar opkalefatert. Is de nestruimte al bezet of is de boom omgewaaid, dan maakt hij een nieuw nest door een toegangspoort te hakken in een (holle) boom. Soms neemt hij een gezonde boom en hakt zelfs de hele nestholte uit. Echt een noeste klusser! Soms laat hij zijn oog vallen op een nestkast die voor kleinere vogels is bedoeld. Hij maakt dan gewoon de opening groter.

Eieren
In het voorjaar legt de specht drie tot vijf eieren in de verbouwde woning. Meestal komen er maar een of twee tot volwassenheid. Na een strenge winter met veel spechtensterfte kan het wel tien jaar duren voordat de populatie weer op het oude peil komt.

Weetje
De specht heeft twee tenen aan de voorkant van zijn poot en twee tenen aan de achterzijde. Zo kan hij zich vastklemmen aan een boom en kracht zetten.