Vliegen

In deze tijd van het jaar zien we ze weer veel vliegen: vliegen. We ervaren ze als vies en lastig, maar ze zijn vooral erg nuttig.

Er zijn honderden soorten vliegen, allemaal met een eigen plaats en taak in het ecosysteem. De levens­cyclus van de vlieg is relatief simpel. De vlieg legt eieren, de eieren worden larven, de larven verpoppen zich en daarna wordt er een nieuwe vlieg geboren. Een vrouwtjesvlieg kan wel vierhonderd eitjes per dag produceren.

Snelle eters
De grote groenblauwe vleesvliegen zijn zeer nuttig, omdat ze hun eitjes leggen in kadavers en mest. Na het uitkomen van de honderden eitjes per vlieg wordt het kadaver door de duizenden larven van alle vliegen opgegeten. Binnen een paar (!) dagen, zeker met warm weer, zijn slechts de botten en de huid van het kadaver nog over en min of meer geurloos. Als een kadaver in een omgeving ligt met veel blad, is in een ruime cirkel eromheen alles omgewoeld door met name vogels die de wegkruipende larven zoeken en als koningsmaal verorberen.

Perfect proefdier
De bekende fruitvliegjes hebben een grote rol gespeeld in het begrijpen van overerving. De beroemde Oostenrijkse monnik Gregor Mendel deed meer dan 150 jaar geleden al onderzoek naar de overerving van onder andere de oogkleur van deze vliegjes. In genetisch opzicht is de fruitvlieg het meest perfecte proefdier. Het speelt inmiddels de hoofdrol in vele laboratoria bij onderzoek naar ziekten en infecties. Door die lastige fruitvlieg leren we onszelf beter kennen.

WEETJE
Sinds 1933 hebben zes wetenschappelijke onderzoeken waar de fruitvlieg (Droso­philia) een belangrijke rol in had, een Nobelprijs gewonnen.