TrosKompas

Freek Vonk

Orchidee bidsprinkhaan

Ik loop door de jungle van Maleisië als mijn oog op een prachtige bloem valt. Pas als ik dichterbij kom, zie ik dat de ‘bloem’ ogen en heel wat pootjes heeft: een orchidee-bidsprinkhaan! 

Niet alles is altijd wat het lijkt, ook niet in de natuur. Orchidee-bidsprinkhanen zijn daarvan het levende bewijs. Met hun zachte kleuren en bloemblaadjes-vormige poten houden deze camouflagekampioenen iedereen voor de gek. Af en toe wiegen ze heen en weer, als een blaadje, eh, bloemetje, in de wind. Ze zijn bijna niet te onderscheiden van echte orchideeën. Al helemaal niet voor andere insecten! Deze sluwe jagers maken gebruik van een knap evolutionair kunstje dat ‘mimicry’ heet: het nadoen van een andere soort. De natuur zit vol met dit soort neppers. Om hun vernuftige plan te laten slagen, doen orchidee-bidsprinkhanen er alles aan om niet op te vallen. Ze kunnen hun kop bijvoorbeeld wel 180 graden draaien. Zo kunnen ze alles in de gaten houden zonder hun positie te verraden. De rest van de tijd wachten ze af tot een prooi binnen handbereik is. Geduld is alles voor deze hinderlaagkillers.

 

Makkelijk maaltje

Sommige dieren gebruiken mimicry als verdediging tegen roof­dieren, andere juist om hun prooi ongemerkt te besluipen. Orchidee-bidsprinkhanen doen het allebei. Sterker nog, hun vernuftige vermomming trekt zelfs prooien aan! Het duurt dan ook niet lang voor er een nietsvermoedende vlinder vlak naast de nepbloem landt. Met ingehouden adem kijk ik toe. De arme vlinder denkt een makkelijk maaltje te scoren, maar heeft geen idee dat hij zelf op het menu staat. Als ik even met mijn ogen knipper, is het al met de fladderaar gedaan. Als een ninja slaat de orchidee-bidsprinkhaan toe. Zijn grote grijppoten zijn voorzien van een rij scherpe stekels die precies op elkaar passen, als een schaar. De spartelende vlinder kan geen kant op en de bidsprinkhaan begint meteen te eten. De natuur is keihard.

 

Beeld © Getty Images