Noord-Amerikaanse katfret
Midden in de nacht loop Ik met een hoofdlamp door de woestijn van Arizona. tussen de rotsen zie ik een zwart-witte staart wegschieten. Het is Een Noord-Amerikaanse katfret!
Meteen ren ik naar de rots en klim ik een stukje omhoog. Twee grote ogen staren me aan. Ik kan mijn geluk niet op! Noord-Amerikaanse katfretten spotten is niet makkelijk. Ze zijn snel en schuw en komen alleen ’s nachts tevoorschijn. Dus ondanks dat het de officiële zoogdieren van Arizona zijn, zijn er maar heel weinig inwoners die ze daadwerkelijk gezien hebben. Wie gaat er dan ook midden in de nacht door de woestijn banjeren? Nou, ik in elk geval wel! De naam katfret is trouwens een beetje misleidend, want het diertje voor mijn neus is geen kat en ook geen fret. Wat is het dan wel? Nou, het is een wasbeertje - al zou u dat waarschijnlijk niet zeggen. Deze mooie nachtbrakers zijn een van de kleinste wasbeersoorten die er bestaan. Ze zijn kleiner dan een huiskat en hun staart is net zo lang als de rest van hun lichaam. Schattig toch?
Klimkampioenen
Voorzichtig klauter ik weer naar beneden, maar makkelijk is het niet. Voor katfretten is dat echter een peulenschil. Hoge bomen en steile bergwanden, het maakt voor deze charismatische roofdiertjes niet uit. Ze rennen met gemak van boven naar beneden, met hun hoofd naar voren. Huiskatten kunnen dat bijvoorbeeld niet. Die moeten achteruit naar beneden klimmen of uit de boom springen om weer bij de grond te komen. Vandaar dat ze zo vaak vastzitten. Het geheim van de katfretten zit hem in hun superflexibele enkels, en hun lange staart voor balans. Daarnaast hebben ze scherpe nagels die ze deels kunnen intrekken, zodat ze tijdens het lopen niet te veel verslijten. Terug op de grond pak ik mijn nachtkijker erbij. Ik speur de rotswand af, tot ik dat superschattige snoetje weer zie. Ze heeft een nestje in een rotsholte, met drie jongen! Pas na een maand gaan hun ogen open. Tot die tijd vertrouwen ze op hun moeder. Oef, wat een gaaf gezicht. Succes, mama!
Beeld © Getty Images