Tijgerpython
Ik loop door de jungle van Sri Lanka. Qua biodiversiteit behoort die tot de top van de wereld. Er leven bijna 200 soorten reptielen, waarvan de helft alleen hier voorkomt. Dan zie ik een dikke slang op een tak liggen, een tijgerpython!
De tijgerpython is een van mijn favoriete wurgslangen. Dit is nog maar een kleintje, tijgerpythons worden vier of soms zelfs vijf meter lang, en kunnen dan meer dan vijftig kilo wegen. In tegenstelling tot gifslangen doden tijgerpythons hun prooien door wurging. Ze jagen op warmbloedige prooien zoals konijnen en kleine herten. Het zijn geduldige jagers, die soms dagenlang op dezelfde plek liggen, vaak in de buurt van een rivier, omdat daar veel dieren komen drinken. Ze wachten net zolang tot een dier dichtbij genoeg is om uit te halen. En dat gaat bliksemsnel!
Vastgehaakt
Een tijgerpython zet aller-eerst zijn tanden in zijn prooi. Hij heeft meer dan honderd vlijmscherpe tanden, die allemaal naar achteren gericht staan, zodat de prooi niet meer kan ontsnappen en letterlijk is vastgehaakt. Daarna wikkelt hij razendsnel een paar kronkels van zijn lijf om de prooi en trekt dan strak aan. Hierdoor kan het bloed niet meer door het lijf stromen. Daardoor krijgen belangrijke organen zoals de hersenen geen bloed meer, en dus geen zuurstof. Want bloed vervoert zuurstof. Hierdoor raakt de prooi bewusteloos en uiteindelijk sterft hij. Langzaam maar zeker schuift de tijgerpython vervolgens zijn kaken over zijn prooi heen. Als hij zijn prooi eenmaal naar binnen heeft gewerkt hoeft hij weken niet meer te eten. Dan zoekt-ie gewoon een lekker plekje op in de jungle en gaat daar rustig zijn maaltijd liggen verteren. Wat een slang!
© Getty images