Sabelsprinkhaan
Ik ben in India, en kom een prachtige sabelsprinkhaan tegen! Deze insecten zijn geweldig goed gecamoufleerd tussen de planten en bomen.
Sabelsprinkhanen zijn zogeheten langsprieten. Hun antennen zijn een stuk langer dan hun lichaam en daaraan zie je dat ze dichter verwant zijn aan krekels dan aan andere sprinkhanen. En er valt nog iets aan ze op. Sommige hebben een lange stekel aan hun achterlijf. De individuen met deze sabels zijn vrouwtjes en de stekel is een legboor, een handig apparaat om eitjes mee af te zetten. Al naar gelang de soort sabelsprinkhaan heeft de legboor een andere vorm, zoals recht, krom, rolrond of plat, kort of lang. Er mensen mee steken kunnen de vrouwtjes echt niet, ze zijn volstrekt ongevaarlijk. Sabelsprinkhaanvrouwtjes zijn wél meesters in eieren verstoppen. Met hun legboor boren ze een gat in een plantenstengel of blad en verbergen hun eitjes veilig binnen in de plant. Andere soorten sabelsprinkhanen gebruiken de legboor om hun eieren onder de grond te steken – en zelfs tussen de straatstenen. Ze doen er alles aan om hun eitjes veilig te verstoppen, want ze zullen er verder zelf niet voor zorgen en ze kunnen er wel een aantal winters blijven liggen voor ze uitkomen.
Mini me
Jonge sprinkhanen worden nimfen genoemd. Ze zien er op het eerste gezicht precies zo uit als hun ouders, maar dan in miniatuur. Sprinkhanen ondergaan dan ook een onvolledige gedaanteverwisseling of metamorfose, anders dan bijvoorbeeld vlinders, die er als rups totaal anders uitzien dan in hun volwassen vorm. De jonge nimfen vervellen vier tot acht keer in diverse stadia. Na de laatste vervelling vinden er slechts twee grote veranderingen plaats: de vers volwassen sprinkhanen hebben nu vleugels en geslachtsorganen gekregen. Het is wel duidelijk, ze zijn klaar om het datecircuit in te vliegen en te zorgen voor nakomelingen!
Beeld © Getty Images