TrosKompas

Freek Vonk

Goudmol

Op de savanne is er niet alleen leven boven de grond, maar natuurlijk ook onder de grond. Een van de meest bijzondere voorbeelden vind ik de goudmol.

De goudmol leeft in Afrika, ten zuiden van de Sahara. Hij is gebouwd voor een leven ondergronds. Een goudmol heeft graafklauwtjes en een afgeplatte, schepvormige kop. Op z’n neus zit een hard, leerachtig plekje, dat ervoor zorgt dat er tijdens het graven geen aarde of zand in de neusgaten komt. De nekspieren zijn goed ontwikkeld. Met opwaartse bewegingen van de kop en gelijktijdige graafbewegingen van de voorpoten klauwt hij zich een weg door de Afrikaanse zand-bodem! Eigenlijk is het net een klein bulldozertje.

23 miljoen jaar oud!
Je zou denken dat hij familie is van onze Nederlandse mol, maar niets is minder waar. Afrikaanse goudmollen zijn - gek genoeg - verre neven van olifanten, en vormen samen met onder andere tenreks, aardvarkens en klipdassen een aparte groep zoogdieren: Afrotheria. De goudmol ontstond zo’n 23 miljoen jaar geleden en de Nederlandse mol pas 8 miljoen jaar later. Ze hebben vanuit een evolutionair perspectief dus niks met elkaar te maken. Dat noemen we convergente evolutie: wanneer twee niet-verwante diersoorten in de evolutie toch heel erg op elkaar zijn gaan lijken.

Geen ogen
Omdat goudmollen geen ogen hebben (die zijn volledig met huid bedekt) navigeren ze door goed naar de trillingen van de grond te luisteren. Met behulp van deze trillingen oriënteren deze dieren zich en weten ze waar sappige termieten, wormen en larven zitten. Eenmaal gelokaliseerd zijn die prooien makkelijke hapjes voor de stille jagers!

 

Beeld © Getty images